De honeybushplant (Cyclopia intermedia) is gemakkelijk te herkennen aan haar driebladige bladeren en zoet geurige, felgele bloempjes. Honeybush-planten hebben houtachtige stengels, een relatief lage verhouding blad- stengels en harde zaden. De meest gewenste onderdelen van de plant voor het maken van thee zijn de bladeren en de bloemen. De relatief smakeloze stengels zijn inbegrepen.
Er zijn zo´n dikke 20 soorten Cyclopia geïdentificeerd in de kleine zuidelijke regio in Zuid-Afrika. De meeste soorten hebben een zeer beperkt gebied waar ze willen groeien door de unieke leefomgevingsvoorkeuren.
Zo zijn een aantal van de Cyclopia soorten beperkt in groeigebied tot bergtoppen, kleine riviertjes of beken, moerassige gebieden, schale gronden of tot natte hellingen gelegen op het zuiden. Alle soorten zijn even gemakkelijk te herkennen. Elk van de soorten is namelijk bedekt met de kenmerkende, felgele bloemen. Ook elk met de karakteristieke zoete honinggeur. De bladvorm en -grootte verschillen wel per soort. De meeste zijn echter dun en naaldachtig tot langwerpig bladeren.
Van alle soorten zijn 3 Cyclopia soorten geschikt voor thuisgebruik. Dit zijn Cyclopia maculata, Cyclopia genistoides en Cyclopia sessiliflora. Ondanks dat het erop lijkt dat alle Cyclopia-soorten geschikt zijn voor het maken van thee, kan de smaakkwaliteit variëren en zijn sommige soorten in zeer kleine hoeveelheden beschikbaar.